‘Je moet wel een vorm van lef hebben’

Martijn Koopal heeft veel ervaring als advocaat en managing partner, en zette ook een software-startup neer. In zijn huidige rol is hij ook meer dan alleen jurist.

Op het kruispunt van juridische dienstverlening, consultancy, accountancy en belastingadvies leidt Martijn Koopal sinds twee jaar de Business Unit Legal van PwC Nederland. Ze doen veel corporate en regulatory werk en opdrachten voor grote verzekeraars en financials op het gebied van sustainable finance reporting en de ESG-regels. Zijn voornaamste uitdaging? ‘PwC is enorm groot, met veel kennis, maar hoe krijg je daar toegang toe? Je moet de juiste mensen weten te vinden. Ik vind het een mooie manier van werken met al die disciplines. Je moet meer denken vanuit oplossingen voor klant problemen, dan vanuit wat je zelf allemaal in huis hebt.’

Wat versta je onder vakmanschap?

‘Een vakman is in staat om een complex juridisch probleem te vertalen naar een praktische oplossing. Hij kan het plat slaan, zodat ook een niet-jurist het begrijpt en er een beslissing in kan nemen. Dat wordt het meest gewaardeerd door cliënten. Het betekent dat je meer dan alleen kennis hebt van het recht en het kunt vertalen. Leuk dat je als adviseur tien voorbeelden uit de jurisprudentie kunt oplepelen bij een juridisch probleem, maar het advies wordt er niet beter van. Je moet boven de stof staan en zoveel kennis hebben, dat je inhoudelijk afstand kunt nemen en de context betrekt in je advies aan de cliënt. Dat zie ik bij PwC dagelijks, want ik sta daar dicht bij degenen die het advies ontvangen, de ondernemers en de mensen die beslissingen nemen.’

Wat maakt de ene jurist beter dan de andere?

‘Je moet wel een vorm van lef hebben. De oprichters van inmiddels gerenommeerde kantoren als PwC of De Brauw zijn ook niet begonnen zonder. Het lef om iets aan te pakken dat buiten je comfort zone ligt, maar intussen geen concessies te doen aan kwaliteit of de vraag of iets binnen de grenzen van de wet gebeurt. De goede jurist kan afstand nemen, de praktische consequenties doorgronden, de oplossing zien en hij durft dat te zeggen.’

Wat is jouw ervaring met onafhankelijke juristen?

‘We gebruiken ook regelmatig externe juristen, want we hebben niet alle kennis in huis. Specialisten consumentenrecht, procesrecht of andere zeer gespecialiseerde of litigieuze rechtsgebieden. Zo’n tijdelijke collega moet de cultuur aanvoelen, de manier waarop een zaak benaderd wordt, de communicatie met andere onderdelen van PwC. Dat scheelt ons veel werk.

Als we met andere disciplines samenwerken bij complexe due diligence opdrachten, die we samen met belastingadvies en finance doen, dan rapporteren we op een bepaalde geïntegreerde manier. Het is essentieel dat iemand van buiten dat echt begrijpt en die aanpak overneemt. Daar wil je geen eindeloze discussies over. Dus iemand moet ook aanvoelen wat er verlangd wordt. Er zit vaak veel druk op. Dat hoort erbij en dan moet je ook als externe jurist weten hoe het werkt. Je moet wel een beetje stevig zijn, het zijn vaak transacties met grote belangen. Als de deadline nadert, moet er wel een tandje bovenop. Het scheelt enorm als je dat begrijpt.’

Waar ga je op letten als jurylid?

‘Ik wil weten in hoeverre je in staat bent om met druk om te gaan en wat voor adviseur je bent. En ook hoe er gecommuniceerd wordt met cliënten. Dus ga ik me verplaatsen in de cliënt en vraag ik me af hoe ik dat zou ervaren. Natuurlijk kijk ik ook naar vakinhoud en samenwerking. Hij of zij werkt wel zelfstandig, maar is hij of zij ook in staat om samen te werken?’

Heb je een gouden tip voor de kandidaten?

‘Je moet lef hebben en zelfverzekerd zijn. Je moet het wel kunnen waarmaken. Weten wat je succesvol maakt als adviseur en dat laten zien.’

Previous
Previous

Finalisten Dutch Independent Legal Award 2022 zijn bekend!

Next
Next

‘Een goede interimmer is een powerbank die je aan je team koppelt’